Toeval is wat je toevalt. Zo was er een afspraak op 11 september. Rond vier uur belde ik aan. Had al iets gehoord over een aanslag, maar wist niet precies wat er aan de hand was. CNN toonde dingen die ongewoon waren. Ik stelde voor om naar het atelier te gaan, de nieuwe werken te bekijken.
Kijken naar dingen die gebeurd zijn. Tegen de grijze muur hingen ze: drie verlaten kamertjes, pashokjes als theaterloges. Je wist niet wanneer of waar ergens iemand vandaan zou komen. Op de vloer geen spoor. Hoe lang waren ze al weg? Liepen ze in het park? Het was uitgestrekter van formaat dan de andere doeken. Iedereen keek, maar niemand wist waarnaar. Misschien was het zondagmorgen, wanneer mensen niet gejaagd lopen. Er liep een gearmd paar, meerdere, er stond een wijzende man uit wiens arm een boom groeide. Die boom was niet meer van de grond, was aan het oog onttrokken door een gele nevel die boven het gras zweefde. Het was een fragiele boom, minder jong dan je zou denken. Toch ook niet ouder dan de man. Hij paste wel bij hem. Ze stonden elkaar niet in de weg. Geen van de wandelaars leek een boom in het park te missen.
De verte verdween in nevel, waardoor de horizon er niet toe deed. Ik wist ook niet precies wat ik zag. De paskamertjes bleven leeg, ondanks de lokkende gordijnen. Ze maakten plaats voor de man met het hoofd vol ballonnen. Keek hij ernaar net als de vrouw naast hem? Ze leek verweerd. Ze deed hem denken aan iets wat voorbij was. Luchtballonnen, kermis, de touwtjes in handen en altijd prijs. Zelfs in zijn tuin was hij een buitenstaander geworden van zijn eigen leven. Hij wist er geen raad mee, wist niet meer wat hem te wachten stond. Uitgehold was hij. De dingen zouden nooit meer zijn zoals ze waren.
Frank Eerhart