Surrealisme ligt op straat

Rob Schoonen, Eindhovens Dagblad 21 december 2017

De Eindhovense kunstenaar Jos van der Sommen maakte in 2014 een reis naar Marokko. Die drie weken bleken een uiterst vruchtbare periode in te luiden, want hij maakt nog altijd werk dat is geïnspireerd op dat verblijf. Die schilderijen laat hij nu zien in Schijndel.

 ‘Want wie verre reizen maakt kan veel verhalen’. Dat weet de Eindhovense kunstenaar Jos van der Sommen (1961) als geen ander. Hij mag heel graag zijn koffer pakken en in onbekende oorden vertoeven. Omdat hij die verse indrukken en ervaringen nodig heeft voor zijn tekeningen en schilderijen. Zie het maar als een enorm reservoir waar steeds nieuwe beelden in worden opgeslagen. Niet keurig gerangschikt naar data, kleur, land of welke categorie dan ook, want dat botst met de werkwijze van Van der Sommen.

De Eindhovense schilder beweegt zich op het vlak van het surrealisme en daarin moet ruimte zijn voor associaties; het aan elkaar koppelen van gedachtes en invallen – daarbij ruim baan gevend aan zoiets als toeval. Dan kan het dus zomaar gebeuren dat een deel van de straat waarin van der Sommen woont – de St Rochusstraat in Eindhoven - wordt omgetoverd in een tropisch straatje, inclusief palmen. En dan heeft de kunstenaar je dus bij de kladden, want de beschouwer twijfelt, want je ziet en voelt dat die Nederlandse huisjes totaal niet horen bij die palmen en de agaves. Maar wat dan precies…? Zo leer je wel kijken.

Dergelijke beelden zuigt Van der Sommen op tijdens zijn reizen. In 2013 was hij drie weken in Larache, een stadje even ten zuiden van Tanger. Hij verbleef er samen met zijn vriendin, in het huis van collega-kunstenaar Aline Thomassen. Dat verblijf bleek buitengewoon lonend. Waarom dat zo is, weet de kunstenaar zelf ook niet precies, maar intussen heeft die reis tientallen tekeningen en schilderijen opgeleverd. Vijftien doeken uit die serie hangen nu in Schijndel, naast drie andere werken die weinig tot niets met de periode in Marokko van doen hebben. ,,Intussen zijn we in Japan geweest en de Phillipijnen, maar steeds kwam Larache weer bovendrijven. En dus ga je daar mee aan de slag”, aldus Van der Sommen.

Lezen tijdens die reizen, ook dat zit er bij hem ingebakken. ,,In Marokko heb ik Paul Bowles gelezen en werk van de Marokkaanse schrijver Mohammed Shoekri. En natuurlijk ook Jean Genet. Ik wist dat hij in Larache begraven is en daarom heb ik tijdens mijn verblijf Dagboek van de dief gelezen. In dat boek beschrijft hij onder meer La Gyana, een land dat niet meer bestaat maar nog wel voortleeft in zijn bewustzijn. Dat doet hij zó goed, zó mooi.”

Van der Sommen doet niet veel anders met zijn schildersoog en dat al aangehaalde reservoir. Waarom nu precies dat verblijf in westelijk Marokko zo vruchtbaar bleek? ,,Het was sowieso heel goed om drie weken op een plek te zijn, anders dan rond te reizen. En dan: het huis van Aline staat midden in de medina en torent bijna boven alles uit. Er is dus de drukte van dat centrum, waar je letterlijk middenin zit, en je hebt dat weidse uitzicht – werkelijk prachtig. Je kunt er uren kijken.” Van der Sommen heeft ook van dat laatste een doek gemaakt: C’est le souffle de la mer uit 2016 toont drie mannen, rustig staand op de daken van huizen, kleurrijke kleden hangen te drogen tussen de in aardse kleuren geschilderde woningen. Ze staan er te staan, te dromen wellicht of te mijmeren, terwijl het direct onder hen – onzichtbaar op dit doek – een enorme kakofonie van geluid en kleur moet zijn.


C'est Le Souffle De La Mer, 2016, Olieverf op doek, 160 x 120 cm (© Peter Cox)

Ook die drukte spreekt Van der Sommen aan: ,,Ik hou van de natuur, ook daar, met die weidsheid en de zee om de hoek, maar de medina heeft ook veel. In de ochtend is het er relatief rustig, maar in de late middag en avond krijgt het iets van Koningsdag bij ons: iedereen trekt naar buiten, kleedjes op de straat en verkopen maar. En de mannen op de terrassen natuurlijk…”

Aan de zeekant is het anders, daar liggen mannen rustig te wachten tot de boten uitvaren of mijmeren gesluierde vrouwen tot de vissersboten weer terugkeren. Van der Sommen heeft het beide weergegeven, in respectievelijk Wachten op zee (2017) en Het bedekte wachten (2014). Oók verwerkt in een doek: de rommel die je overal aantreft. ,,Iedereen laat afval simpelweg op straat vallen. Dat wordt op een goed moment een behoorlijk bende en dat heb ik verbeeld in Poging tot camoufleren, waarin je een eindeloze berg met afval ziet in een verder prachtig groen landschap. Dat heb ik gekoppeld aan een siermotief dat je er vaak ziet. Weet je; het surrealisme ligt er werkelijk op straat. In Spanje heb ik dat ook zo ervaren, maar in Marokko is het niet veel anders – heerlijk.”

Het verblijf in Larache, gekoppeld aan het lezen van ander anderen Genet, heeft hem – naar eigen zeggen – dichter gebracht bij datgene waar het allemaal om gaat. ,,Die teksten van Genet die zijn zo raak, die komen aardig in de buurt van de kern; van waar het allemaal om gaat. Wat dat dan is? Tja, dat is lastig te omschrijven, maar dat heeft onder meer te maken met hoe je dingen beleeft; hoe je met zaken omgaat en hoe dicht dat bij jezelf ligt.” Even stilte en dan: ,,Dat je in staat bent een intensivering te geven aan dingen – daar komt het eigenlijk wel op neer.”

Het verlangen vanuit de stad, Jos van der Sommen. KEG, Steeg 9, Schijndel. Ma t/m vr van 1-20, za 1-13 uur. Tot 31 december.