Wat de italiaanse filmregisseur doet met de amerikaanse western doet Jos van der Sommen (1961) met de culturele traditie. Zijn schilderijen en tekeningen vertonen een intrigerend staaltje van ‘spaghetti-ikonografie’ waarin hij op scherpzinnige wijze combinaties van verschijnselen die als ‘oneigenlijk’ te boek staan eigenlijk maakt. Zijn hybridische registraties van beelden uit zijn eigen leefomgeving en ikonen uit de media-industrie beogen ons traditioneel-coherente wereldbeeld op losse schroeven te zetten. Toch is Van der Sommen elke vorm van nihilisme vreemd: in de plaats van het gesanctioneerde ‘zinsverband’ biedt hij nieuwe ongekende (raadselachtige) configuraties-betrekkingen die vaak zó sensitief (literair) zijn dat de beschouwer ze slecht met moeite weet te duiden. Niet voor niets duiken in besprekingen van zijn werk termen als surrealisme en dada op. En natuurlijk: postmodernisme- ook al mist zijnsensitieve werkwijze de ‘onverschilligheid’ die bij deze laatste kwalificatie schijnt te horen.